Wanneer u uw AIS-transponder- of ontvanger heeft gekoppeld aan WinGPS 5 kunt u de schepen (AIS-targets) met een AIS-zender binnen uw bereik op de vaarkaart tonen.

Klik op de knop Toon AIS-targets in de hoofdknoppenbalk bovenin WinGPS 5. U kunt deze knop eventueel toevoegen aan de hoofdknoppenbalk door de volgende instructie te volgen:

• Ga in WinGPS 5 naar Beeld > Hoofdknoppenbalk aanpassen
• Er verschijnt nu een nieuw scherm met twee kolommen met icoontjes en acties
• Zoek in de rechterkolom de actie Toon AIS-targets en klik vervolgens op het blauwe pijltje naar links. Dit pijltje kunt u tussen de twee kolommen vinden
• Klik nu op Oke. De AIS-tonen-knop wordt nu toegevoegd aan de hoofdknoppenbalk.

• Ga in WinGPS 5 naar Beeld > Eigenschappen
• Er verschijnt nu een nieuw scherm. Klik hier bovenin op Hoofdkaartvenster of kies een Extra kaartvenster wanneer u daar gebruik van maakt.
• Klik in de linkerkolom op AIS
• Zet vervolgens een vinkje voor Toon AIS-targets en klik op Oke

Uw AIS-transponder kunt u koppelen met WinGPS 5 (m.u.v. WinGPS 5 Lite en Navigator). Met een AIS-systeem aan boord zijn andere AIS-schepen zichtbaar op uw kaartbeeld en bent u ook zichtbaar voor andere schepen. Met het voorspelde traject ziet u direct of een schip op aanvaringskoers ligt. Door op een AIS-schip te klikken ziet u o.a. de afmetingen, snelheid, koers en callsign. Zo kunt u via de marifoon snel contact zoeken wanneer de voorrangssituatie niet vanzelfsprekend is.

U kunt de AIS-transponder aansluiten via USB maar, indien uw transponder dit ondersteunt, ook via wifi, eventueel met behulp van een multiplexer.

• Eerst dient u te zorgen dat de drivers voor de AIS-transponder geïnstalleerd zijn. Vaak worden deze met de AIS-transponder meegeleverd op een CD-rom en kunt u op die manier de drivers installeren.
• Sluit de AIS-transponder aan op de USB-poort van uw PC of laptop. De transponder dient ook aangesloten te zijn op de VHF-antenne en op een eigen GPS-ontvanger.
• Ga in WinGPS 5 naar Instrumenten > Instrumentbeheer
• Klik in het volgende schermpje op Poorten en selecteer de COM-poort waarop de AIS-transponder is aangesloten.
• Uw muisaanwijzer verandert nu in een kruisje. Klik in de witte ruimte van dit schermpje om de gekozen COM-poort toe te voegen aan het instrumentenbeheer. Er wordt dan een blokje geplaatste met de naam COM1 (of een ander getal).
• Ga in ditzelfde schermpje naar Instrumenten en kies AIS-transponder.
• Uw muisaanwijzer verandert nu weer in een kruisje. Klik weer in de witte ruimte om de AIS-transponder toe te voegen aan het instrumentenbeheer. Er wordt dan een blokje geplaatste met de naam AIS-transponder.
• Trek een lijn tussen de beide bolletjes van de COM-poort en de AIS-transponder door op één bolletje te klikken en deze te verslepen naar de andere.
• Klik op OK en ga naar Instrumenten > Communicatie om het ontvangen van data te starten. De AIS-targets verschijnen nu op de jusite positie op de vaarkaart. Via Instrumenten > AIS > AIS-target lijst ziet u alle AIS-targets die binnen bereik zijn in een lijst. Het ontvangen van de AIS-data kan bij het opstarten tot 5 minuten duren.