In WinGPS 5 Lite en Navigator kunt u alleen een GPS-ontvanger koppelen. Uw GPS-antenne wordt door WinGPS 5 gebruikt voor accurate locatie- en tijdsbepaling. U kunt een bedrade of draadloze GPS-ontvanger aansluiten.

• Eerst dient u te zorgen dat de drivers voor de GPS-ontvanger geïnstalleerd zijn. Vaak worden deze met de GPS-ontvanger meegeleverd op een CD-rom en kunt u op die manier de drivers installeren. Heeft u uw GPS-ontvanger bij ons aangeschaft (de modellen BU-353 S4 en MR-350)? Dan kunt u het installatiebestand voor de drivers downloaden via deze link.
• Sluit de GPS-ontvanger aan op de USB-poort van uw PC of laptop
• Ga in WinGPS 5 Lite of Navigator naar GPS > Eigenschappen
• Klik op Detecteren en wanneer dit gelukt is klikt u op Toepassen
• Klik op OK
• Ga nu naar GPS > Communicatie om het ontvangen van data te starten. Uw locatie wordt nu in beeld gebracht in WinGPS 5. De eerste keer dat u dit doet kan het tot 15 minuten duren voor uw locatie bepaald is. Zorg dat de GPS-ontvanger bij een raam ligt voor zo goed mogelijk bereik.

U kunt de volgende apparaten koppelen met WinGPS 5 voor Windows:

• AIS-ontvanger/transponder
• GPS-ontvanger
• Stuurautomaat
• Kompas
• Log
• Repeater
• Dieptesensor
• Windsensor

U kunt bedrade apparatuur aansluiten, bijvoorbeeld via USB. Een apparaat draadloos worden aangesloten wanneer deze de data draadloos uitzendt via wifi of bluetooth. U kunt ook gebruikmaken van een Multiplexer om de data van meerdere bedrade apparaten om te zetten in een wifi-signaal.

• Eerst dient u te zorgen dat de drivers voor het apparaat geïnstalleerd zijn (indien van toepassing). Vaak worden deze met het apparaat meegeleverd op een CD-rom en kunt u op die manier de drivers installeren.
• Sluit het apparaat aan op de USB-poort van uw PC of laptop
• Ga in WinGPS 5 naar Instrumenten > Instrumentbeheer
• Klik in het volgende schermpje op Poorten en selecteerd de COM-poort (USB-poort) waarop het apparaat is aangesloten.
• Uw muisaanwijzer verandert nu in een kruisje. Klik in de witte ruimte van dit schermpje om de gekozen COM-poort toe te voegen aan het instrumentenbeheer. Er wordt dan een blokje geplaatste met de naam COM1 (of een ander getal).
• Ga in ditzelfde schermpje naar Instrumenten en kies het type apparaat, bijvoorbeeld GPS-ontvanger.
• Uw muisaanwijzer verandert nu weer in een kruisje. Klik weer in de witte ruimte om het apparaat toe te voegen aan het instrumentenbeheer. Er wordt dan een blokje geplaatste met de naam van het apparaat.
• Trek een lijn tussen de beide bolletjes van de COM-poort en de het apparaat door op één bolletje te klikken en deze te verslepen naar de andere:
  
  
  
• Klik op OK en ga naar Instrumenten > Communicatie om het ontvangen van data te starten.

• Aan dit onderdeel wordt nog gewerkt. Neem gerust contact met ons op via helpdesk@stentec.com